Beleggers overvallen door fermheid van Christine Lagarde: renteverhoging, en voorlopig niet de laatste

Rentebesluit ECB De Europese Centrale Bank verhoogt de rente en stelt meerdere renteverhogingen in het vooruitzicht. „De inflatie is veel te hoog.”

Christine Lagarde, voorzitter van de Europese Centrale Bank, tijdens de persconferentie die ze donderdag gaf.
Christine Lagarde, voorzitter van de Europese Centrale Bank, tijdens de persconferentie die ze donderdag gaf.

Foto Wolfgang Rattay/Reuters

Daar schoot opeens, donderdagmiddag, de rente op Nederlandse tienjarige staatsleningen omhoog van 2,2 naar 2,4 procent. Tegelijk verloor de AEX, net als andere Europese beursindices, meerdere punten. En de koers van de euro veerde op en bereikte het hoogste niveau sinds juni: 1,0738 dollar.

De oorzaak van deze marktwoelingen? Daarvoor moeten we naar Frankfurt. Daar hield Christine Lagarde, voorzitter van de Europese Centrale Bank, een persconferentie over het jongste rentebesluit. Kort gezegd luidde dat: we verhogen de rente dit keer weliswaar wat minder dan vorige keer, maar we blijven de komende maanden de rente wel bij elke vergadering verhogen. Want we móeten en zullen de veel te hoge inflatie onder de knie krijgen.

Beleggers die hadden gerekend op een vroeg einde van de reeks renteverhogingen van de ECB kwamen bedrogen uit. Gezien de hevige marktbewegingen waren dat er heel wat: de markten werden door Lagarde en haar collega’s in de ECB-toren flink verrast.

Concreet besloot de ECB donderdag de rentetarieven voor banken met 0,5 procentpunt te verhogen. De depositorente, momenteel het belangrijkste tarief, gaat van 1,5 naar 2 procent. Met renteverhogingen proberen centrale banken wereldwijd de inflatie in te tomen. In de eurozone bedraagt die nu 10 procent – ver boven de ECB-doelstelling van 2 procent.

Een hogere rente betekent hogere leenkosten voor consumenten en bedrijven. Dit tempert de economische activiteit, en uiteindelijk de prijsstijgingen.

De economie afremmen

Die 0,5 procentpunt is minder dan 0,75 procentpunt, de renteverhoging die ingingen bij de vorige twee ECB-vergaderingen. Maar aan die wat geringere rentestap – die alom werd verwacht – koppelde de ECB wel een onverwacht ferme boodschap: om de inflatie terug te dringen, zal de rente „nog aanzienlijk in een gestaag tempo moeten stijgen”, aldus Lagarde. Tot hoe ver de rente zal oplopen, laat de ECB afhangen van data over de inflatie. Lagarde stelde in elk geval meerdere renteverhogingen van 0,5 procentpunt in het vooruitzicht. De rente zal zó hard moeten stijgen dat de economie enige tijd ‘actief’ wordt afgeremd.

„De inflatie is veel te hoog”, zei Lagarde, „en blijft naar onze verwachtingen te lang boven onze doelstelling liggen”. Volgens de jongste ECB-ramingen loopt de inflatie in 2023 terug tot 6,3 procent, waarbij de verwachting is dat deze „aanmerkelijk afneemt in de loop van het jaar”. In 2024 zal de inflatie volgens de ramingen 3,4 procent bedragen. Pas in 2025 komt het doel een beetje in zicht, met een verwachte inflatie van 2,3 procent.

Vooralsnog zal het actief afremmen van de economie niet resulteren in enorme ellende, verwacht de ECB, die uitgaat van een „oppervlakkige en korte recessie” in de eurozone. Van een recessie is sprake als het bbp twee kwartalen op rij krimpt. Het jaar 2023 zal in zijn geheel een half procent bbp-groei opleveren, denkt de ECB.

Beleggers gewaarschuwd

Een lichte recessie nemen de monetaire beleidsmakers in Frankfurt graag voor lief, werd donderdag meer dan ooit duidelijk. Beleggers zijn gewaarschuwd. Hogere ECB-rentes werken op allerlei manieren door op de financiële markten. Ze vertalen zich in hogere leenkosten voor overheden – vandaar de donderdag opgelopen rente op staatsobligaties. Ze maken aandelen relatief minder aantrekkelijk vergeleken met obligaties, omdat die laatste meer rente (dus rendement) zullen opleveren. Vandaar de dalende beurskoersen. En hogere rentes in de eurozone maken beleggingen in Europa relatief rendabeler dan elders, wat de koers van de euro (die eerder dit jaar nog onder de 1 dollar lag) opstuwt.


Lees ook: Vadertje Staat kan in tijden van polycrisis niet alles

Het lijkt erop dat beleggers onderschatten hoe belangrijk het inflatiedoel is voor de ECB, hoewel prijsstabiliteit centraal staat in het mandaat van de centrale bank. Ook lijken ze te onderschatten hoe groot de inflatiedruk nog steeds is. In november lag deze weliswaar wat lager dan in oktober (10 procent op jaarbasis, tegen 10,6 procent de maand ervoor), maar de volgende maanden kunnen de prijsstijgingen weer oplopen, zei Lagarde. De onderliggende inflatie is groot, onder meer omdat de lonen nu stijgen. Werkgevers zullen de hogere loonkosten deels doorrekenen door hun prijzen te verhogen (een ‘loon-prijsspiraal’). Idealiter was de ECB deze ontwikkeling vóór geweest. De centrale bank van de eurozone begon, vergeleken met onder meer de Amerikaanse en de Britse centrale bank, pas laat met renteverhogingen. Daardoor zal zij mogelijk langer door moeten gaan met het ophogen van de rente.

Lagardes boodschap werd niet overal begrepen. Portfoliomanager Konstantin Veit van ’s werelds grootste obligatiebelegger Pimco reageerde met ongeloof: „Gezien de grote onzekerheden rond de inflatiedynamiek blijven wij weinig overtuigd van het tempo en de reikwijdte van renteverhogingen door de ECB.”

Obligatieberg gaat slinken

ECB besloot donderdag tevens de enorme berg obligaties die zij de voorbije jaren opkocht te gaan afbouwen. De ECB had de afgelopen jaren juist te maken met te lage inflatie. Door obligaties op te kopen van overheden en van bedrijven, pompte de ECB geld in de financiële markten. De rentes op de kapitaalmarkten daalden, wat de inflatie moest opdrijven. Op de balans staat nu 3.300 miljard euro aan staats-en bedrijfsleningen die sinds 2015 zijn opgekocht, plus nog eens 1.700 miljard euro aan obligaties die voor een speciaal ‘pandemie-noodopkoopprogramma’ werden opgekocht.

Staatsleningen uit het reguliere programma die op de ECB-balans staan en die aflopen, worden vanaf begin maart niet allemaal meer vervangen door nieuwe, blijkt uit de verklaring van de ECB. Daardoor zal de portefeuille aan obligaties op de ECB-balans vanzelf gaan krimpen, in eerste instantie met 15 miljard euro per maand, tot medio volgend jaar. Het tempo van afname daarna zal „mettertijd” worden bepaald. Het besluit draagt bij aan de naar verwachting verdere stijging van de leenkosten van overheden, wat hun financiële situatie in deze dure tijden van energie-en klimaatcrisis er niet makkelijker op maakt.


Lees ook: Wat moet de staat doen, en wat de markt?

Lees verder…….