Arbeidsongeschikt door long covid: ‘Hoe draag ik nog bij? Hoe ontwikkel ik me nog?’

Postcovidsyndroom Een deel van de longcovidpatiënten kan na twee jaar nog steeds niet werken. Wat doet dat met je? „Ik was aan het vechten voor de oude Joris, maar die komt niet meer terug.”

Geertje Jorritsma is sinds haar postcoviddiagnose muziek gaan maken. „Drie jaar geleden had ik nooit gedacht dat ik een lied zou schrijven.”
Geertje Jorritsma is sinds haar postcoviddiagnose muziek gaan maken. „Drie jaar geleden had ik nooit gedacht dat ik een lied zou schrijven.” Foto Saskia van den Boom

Ze slaat een akkoord aan op haar gitaar, en zingt: Als alles wegvalt, waar is dan mijn stem? Geertje Jorritsma (39) uit Utrecht heeft long covid, en werkt daardoor niet meer. Stoppen met werken is meer dan een baan verliezen, zegt ze – het voelt als identiteitsverlies. „Hoe draag ik nog bij? Hoe ontwikkel ik me nog?”

Op dat laatste vond ze het antwoord onder meer in zang- en gitaarlessen. Ze schreef een lied over haar ziekte: ‘Laat me niet in de steek’. Het lied verwoordt de dagelijkse worsteling van mensen met long covid.

Waar is mijn grens, wanneer in het rood? Hoelang is mijn herstel?

Daar gaan de dagen voorbij, stil en alleen, rustig voor mij

Waar komt de ruimte weer? Dit is wat het is, maar ik wil meer

Werkverlies kan ervoor zorgen dat mensen zich buiten de maatschappij geplaatst voelen. Hoeveel longcovidpatiënten er in Nederland zijn, weet niemand precies. Wel is bekend dat ruim 100.000 mensen langer dan een jaar ziek thuis hebben gezeten met langdurige coronaklachten. Dat kostte werkgevers in Nederland jaarlijks ruim 8 miljard euro, berekende de NOS op basis van onderzoek van het UMC Groningen.

Foto Saskia van den Boom
Geertje Jorritsma schreef een lied over haar ziekte: ‘Laat me niet in de steek’
Foto Saskia van den Boom
Geertje Jorritsma is muziek gaan maken en schrijven sinds ze longcovid heeft.
Foto’s Saskia van den Boom

Wie na twee jaar ziekte minder dan 65 procent van het eerdere inkomen verdient, kan een arbeidsongeschiktheidsuitkering aanvragen volgens de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Na twee jaar ziekte kan een werkgever de werknemer ontslaan. Sinds februari vorig jaar is het mogelijk een WIA-uitkering aan te vragen met langdurige covidklachten. Het UWV keert maximaal 70 procent van het eerdere inkomen uit.

Vorig jaar deden meer dan 2.600 longcovidpatiënten zo’n WIA-aanvraag, ruim 80 procent kreeg die ook toegekend. Dat is veel vaker dan bij andere aandoeningen. Het merendeel van de mensen met ernstige langdurige coronaklachten die een WIA-uitkering aanvragen bij UWV, worden uiteindelijk arbeidsongeschikt verklaard, verwacht de uitkeringsinstantie.

NRC sprak met longcovidpatiënten die na twee jaar ziekte nog steeds niet of nauwelijks kunnen werken. Wat doet het baanverlies met hen, en hoe geven zij weer zin aan hun leven?

Waardering

Toen Geertje Jorritsma de grens van twee jaar ziekte bereikte, voelde dat „alsof er een lintje werd doorgeknipt” tussen haar en „de Geertje die ik was”. Ze werkte bij Rijkswaterstaat als adviseur leren & ontwikkelen. Ze mist de voldoening die haar werk bracht. „Op je werk krijg je waardering. Ik had het vroeger niet zo door, maar nu mis ik het dat iemand tegen me zegt: hé, goed gedaan.”

Ik mis dat iemand tegen me zegt: hé, goed gedaan

Geertje Jorritsma

Ze zit inmiddels tweeënhalf jaar thuis. Een paar weken na haar corona-infectie probeerde ze weer te gaan werken, maar dat ging „helemaal fout”. „Ik zat een halfuurtje achter mijn laptop en alles werd wazig. Ik kreeg hoofdpijn, oorsuizen en druk op mijn ogen.” Vanaf dat moment droeg ze al haar werktaken over aan collega’s.

Nu leeft ze „heel beperkt”: elk uur moet ze twintig minuten rusten. „Op een goede dag kan ik in stilte op de bank liggen. Op een slechte dag moet ik echt naar bed voor die twintig minuten. En dan heb ik daarnaast vaak ook nog een goede middagdut nodig.” Rust ze te weinig, dan komt haar energie „in het rood”, zoals de revalidatiearts het noemt. „Daar heb ik vervolgens een paar weken last van.”

Lees ook: Hoeveel long covid-patiënten zijn er? Geen arts die het weet

Het ziekteverloop bij long covid kan grillig zijn. Soms krijgen mensen een opleving, waardoor het lijkt alsof zij weer aan het werk kunnen. Maar zo’n opleving wordt niet zelden gevolgd door een terugval. Dat maakt het lastig voor werkgevers, zegt Rob Witjes, arbeidsmarktdeskundige bij het UWV. „Het is nogal wat anders dan een werknemer die van de skibaan is gevallen en een gebroken been heeft. Het genezingsproces van long covid laat zich nog niet voorspellen.”

En dat is problematisch, zegt Witjes, gezien de toch al zeer krappe arbeidsmarkt. Bovendien is de groep arbeidsongeschikten door long covid in sectoren als zorg en onderwijs in verhouding het grootst. „En daar is juist ook de krapte structureel erg groot én zijn in de toekomst bij uitstek veel mensen nodig.”

Toen Geertje Jorritsma de grens van twee jaar ziekte bereikte, voelde dat „alsof er een lintje werd doorgeknipt” tussen haar en „de Geertje die ik was”. Foto Saskia van den Boom

Zittend aankleden

Geke de Jong (61) werkte tot ruim twee jaar geleden bij een Albert Heijn in Houten, en in totaal al 38 jaar bij diverse filialen van de supermarkt. „Ik voedde als weduwe alleen twee kinderen op, wandelde lange afstanden. Ik deed alles.”

Maar sinds De Jong corona kreeg, doet ze „eigenlijk weinig meer”. Tegenwoordig bestaan haar dagen uit zittend aankleden en tanden poetsen, puffen, spoelen en vernevelen (medicijnen innemen via een mondmasker met nevel). En een paar kleine rondjes om haar appartementencomplex met haar hond Niyah. „In een heel rustig tempo. De huisarts is blij dat ik mijn hondje heb: het is een goede oefening die ik automatisch doe. Gelukkig weegt ze maar drieënhalve kilo – met een labrador aan de riem zou het niet lukken.” De Jong is creatief ingesteld, zegt ze, waardoor ze veel aan haar hobby’s haken en borduren heeft „om de gedachten te verzetten”.

Sinds Geke de Jong (61) corona kreeg, doet ze „eigenlijk weinig meer”.
Foto Saskia van den Boom
Tegenwoordig bestaan de dagen van Geke de Jong uit zittend aankleden en tanden poetsen, puffen, spoelen en vernevelen (medicijnen innemen via een mondmasker met nevel).
Foto Saskia van den Boom
Geke de Jong.
Foto Saskia van den Boom
Sinds Geke de Jong (61) corona kreeg, doet ze „eigenlijk weinig meer”.
Foto’s Saskia van den Boom

Het UWV verklaarde De Jong volledig arbeidsongeschikt. De kans dat ze ooit nog aan het werk kan, is nihil. „Ik heb er vrede mee dat ik nooit meer ga werken. Ik ben al 61 en heb lang gewerkt. Maar dat is wel een proces geweest.” Vooral de sociale contacten miste ze in het begin, in de winkel heb je de hele dag aanspraak. „Dat ben je kwijt. En mijn eigen sociale kring is tijdens de lockdowns al geslonken.”

Wachtlijst

Joris van Caulil (44) uit Berkel-Enschot staat nog op de wachtlijst bij het UWV voor zijn WIA-keuring. Hij had afgelopen februari gekeurd moeten worden, maar kreeg te horen dat hij teruggebeld zou worden voor een afspraak. „Eigenlijk worden aanvragen binnen acht weken beoordeeld. Ik kreeg al te horen dat dat niet ging lukken vanwege de lange wachtlijst.” Onlangs rapporteerde het UWV dat zijn achterstanden bij de WIA-beoordelingen vorig jaar nog eens flink zijn opgelopen. Dat komt onder meer door een tekort aan artsen.

Het wachten maakt Van Caulil onrustig. „Je wil graag perspectief hebben, weten waar je aan toe bent. Dat geeft een stukje zekerheid en kan helpen bij de acceptatie van mijn situatie.” Al heeft hij persoonlijk wel wat moeite met dat woord, ‘acceptatie’. „Dat klinkt alsof ik me erbij neerleg. Dat wil ik niet, nooit. Mijn psycholoog zei: zorg dan dat je het verdraagt. Dus dat doe ik – ik verdraag dat ik nu weinig kan. In die zin heeft long covid me gelatener gemaakt dan ik vroeger was. Het kost me te veel energie om me druk te maken.”

Ik dacht dat de artsen me beter zouden maken. Maar ik kwam er al gauw achter dat ze me vooral konden leren hoe om te gaan met de situatie

Joris van Caulil

Van Caulil probeerde op een bepaald punt wel weer aan het werk te gaan, bij het bedrijf waar hij als commercieel directeur net begonnen was aan zijn tweede jaarcontract. „Ik voelde veel verantwoordelijkheid, maar kon maximaal drie uur per week werken. En dat bleek al te veel. Uiteindelijk is in overleg besloten mijn contract niet te verlengen.”

Met goede moed begon Van Caulil aan een revalidatietraject. „Ik ging daarheen met het idee dat de artsen me beter zouden maken. Maar ik kwam er al gauw achter dat ze me vooral konden leren hoe om te gaan met de situatie. Ik was aan het vechten voor de oude Joris, maar die komt niet meer terug.”

Stoppen met werken betekent op zoek gaan naar andere manieren van zingeving. De Jong haakt nu graag knuffels en schildert veel. Van Caulil doet vrijwilligerswerk bij patiëntenvereniging Postcovid NL. Jorritsma maakt muziek. „Drie jaar geleden had ik nooit gedacht dat ik een lied zou schrijven”, zegt ze. „Vroeger ging ik graag naar festivals en concerten. Nu heb ik op andere manieren leren genieten.”

Lees verder…….