Ambtenaren Buitenlandse Zaken bekritiseren in brief aan ministers Nederlandse reactie op oorlog in Gaza

De Nederlandse regering gaat „selectief” en „inconsistent” te werk door niet scherp te veroordelen dat in de oorlog tussen Israël en Hamas in Gaza veel Palestijnse burgerdoden vallen. Dat schrijft een groep ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken in een vrijdag verstuurde brief aan de demissionaire ministers van Buitenlandse Zaken Hanke Bruins Slot (CDA) en Liesje Schreinemacher (VVD). Nederland ondermijnt zijn internationale geloofwaardigheid „door in het geval van Gaza de fundamenten van het internationaal recht los te laten”, staat in de brief, die in handen is van NRC en die door ruim 350 ambtenaren van het ministerie is ondertekend. De briefschrijvers willen dat Nederland „met klem inzet op een staakt-het-vuren en deëscalatie”.

Demissionair premier Mark Rutte (VVD) sprak vorige week na de aanval door Hamas „onvoorwaardelijke steun” voor Israël uit, en minister Bruins Slot wees ook consequent op het recht van Israël op zelfverdediging. De ambtenaren veroordelen de aanval van Hamas op Israëlische burgers „met klem”, maar zien ook een „disproportionele reactie” van Israël in Gaza. Dat Nederland die niet veroordeelt, „strookt niet met de missie van ons ministerie, de waarden van Nederland en ons bredere buitenlandbeleid”, schrijven de ambtenaren.

Nederland ondermijnt volgens de ambtenaren zijn internationale geloofwaardigheid „door de fundamenten van het internationaal recht los te laten”

Bij Buitenlandse Zaken is het hoogst ongebruikelijk dat ambtenaren hun eigen bewindslieden zo kritisch aanschrijven. Voor het ministerie werken, in Den Haag en op diplomatieke posten, wereldwijd zo’n 6.200 ambtenaren.

Naar aanleiding van de uitlatingen van kabinetsleden werd eind vorige week een appgroep opgericht, waarvan nu ruim 230 ambtenaren lid zijn. In die groep werd het initiatief genomen tot de brief. Toen de ambtelijke top daar lucht van kreeg, volgde afgelopen maandag een gesprek met een afvaardiging van ambtenaren uit de appgroep. Daarin werd onder meer de mogelijkheid van een interne townhall meeting besproken, waarin ambtenaren hun hart zouden mogen luchten over het Israëlisch-Palestijns conflict. Of die bijeenkomst nog volgt, is onduidelijk, maar het gesprek met de ambtelijke top leverde volgens de ambtenaren in ieder geval te weinig op. Daarom werd de brief naar de ministers doorgezet: de kritische ambtenaren zijn er niet van overtuigd dat hun zorgen „voldoende worden meegewogen”.

Lees ook Steun van kiezers voor Israël blijkt ‘niet zo onvoorwaardelijk als Rutte zei’

‘Selectieve’ veroordelingen

De ambtenaren verbazen zich over de „selectiviteit” als het om de Nederlandse reactie op de Palestijnse burgerdoden gaat. Als er burgerdoden in landen als Jemen, Syrië of Israël vallen, veroordeelt de regering die altijd, constateren de briefschrijvers. En sinds de Russische inval in Oekraïne „zet Nederland zich wereldwijd in tegen oorlogsmisdaden en straffeloosheid”. Daarom begrijpen de ambtenaren niet dat „een vergelijkbare sterke veroordeling door Nederland in het geval van geweld door Israël” uitblijft.

Verder betreurt de groep ambtenaren „het uitblijven van medeleven met en sympathie voor Palestijnse burgerslachtoffers”. De ambtenaren verklaren dit vanuit „het institutioneel racisme binnen onze organisatie”. Uit een onderzoek dat december vorig jaar verscheen, bleek dat biculturele medewerkers en mensen van kleur op diplomatieke posten te maken hebben met racisme en discriminatie. „Institutioneel racisme geeft vorm aan en bestendigt onderdelen van ons buitenlandbeleid”, schrijven de ambtenaren, wat ze nu ook zien bij het Israëlisch-Palestijns conflict. „Het is wederom gebleken dat Palestijnse levens als minder waard worden beschouwd. Het ene slachtoffer lijkt het andere niet te zijn.”

Lees ook Onderzoek: racisme bij het ministerie van Buitenlandse Zaken ‘ernstig en zorgelijk’

Exterieur van het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken laat in een reactie weten dat „het maatschappelijke debat” over Israël en Gaza „ook terug te zien is op ons ministerie, net als in andere organisaties”. Het ministerie zegt dat er „een open gesprek” heeft plaatsgevonden tussen de kritische ambtenaren en de ambtelijke top „waarin er ruimte was voor ieder om zorgen te delen, zoals dat past in de diverse en inclusieve organisatie die we willen zijn”. Buitenlandse Zaken merkt ook op dat ambtenaren hun privéopvattingen moeten kunnen scheiden van hun advisering, die „onafhankelijk en onpartijdig in dienst van het algemeen belang” moet zijn. Het gesprek op het ministerie over de oorlog in Gaza „is zeker niet klaar”.

Medewerker vertrekt

De oorlog in Gaza leidt op meer ministeries tot onrust. Een andere brief die oproept „Israël een halt toe te roepen”, was vrijdagmiddag door ruim 200 Rijksambtenaren ondertekend.

Afgelopen week legde een medewerker van het ministerie al het werk neer vanwege de huidige oorlog in Gaza. Ze schrijft in een bericht op LinkedIn dat zij onder meer bij het ministerie stopt omdat ze het oneens is met „het beleid ten aanzien van de bezette Palestijnse gebieden”. Ze reisde afgelopen week naar Libanon en zegt over haar vrienden daar: „Ik kon niet langer aanzien hoe ze onder de dreiging van oorlog moeten leven, terwijl wij ambtenaren uren spenderen aan een debat over of we de minister wel of niet een brief over de situatie in Gaza moeten sturen.”

De Nederlandse omgang met het Israëlisch-Palestijns conflict zorgt al langer voor onrust op het ministerie. Vorig jaar vertrok ambtenaar Berber van der Woude bij Buitenlandse Zaken. In een afscheidsmail schreef ze dat Nederland de ogen sluit voor mensenrechtenschendingen door Israël en dat dit „een schandvlek voor ons werk” is. In een interview met NRC zei Van der Woude: „Kijk dit moeilijke punt in de ogen en zeg ‘in dit geval gaat onze relatie met Israël boven de mensenrechten’. Het is niet leuk om te zeggen, maar het is wel wat we in de praktijk doen.”

Lees ook ‘Zeg dan: de relatie met Israël gaat boven mensenrechten’

Berber van der Woude, voormalig diplomaat.

Correctie (20 oktober 2023): aanvankelijk werd vermeld dat de medewerker van Buitenlandse Zaken werkte als diplomaat in Libanon. Dat is gecorrigeerd: ze werkte op het ministerie in Den Haag.