Alles geregeld voor de F1 in Las Vegas. Op die ene losliggende putdeksel na.

Een stapeltje vrijwel onherkenbare brokstukken ligt achter de veiligheidshekken. Het woord ‘Ferrari’ op een half afgescheurde sticker verraadt waar we naar kijken: losgebroken onderdelen van de onderkant van de auto van Carlos Sainz. Baanmedewerkers, die de rommel even tevoren van het pas gelegde asfalt hebben geraapt, laten de Ferrari-splinters enthousiast zien aan nieuwsgierige voorbijgangers.

Tegelijk met de onderkant van Sainz’ wagen is donderdag in de late Amerikaanse avond ook de hype rond de grand prix van Las Vegas verpulverd. Het evenement moet het nieuwe kroonjuweel van de Formule 1 worden, een nieuwe standaard qua decor, entertainment en exclusiviteit. En nu heeft een losgeraakt putdeksel op de Strip, de lange boulevard met zijn felverlichte megacasino’s, grote schade aangericht.

Het gebeurt na acht minuten in de eerste vrije training. Sainz rijdt over het zware metalen object, een vonkenregen spat onder zijn Ferrari vandaan, een lang spoor achterlatend op het asfalt. Net voorbij het Bellagio-casino komt hij tot stilstand. Als zijn auto even later op een oplegger wordt gehesen, knielt de Spanjaard om de schade onder de rode wagen te bekijken. Meevallen doet het niet.

De wedstrijdleiding heeft de sessie dan al stilgelegd en zal hem niet meer laten hervatten. Want wie zegt dat er ergens anders op het zes kilometer lange parcours niet nóg een deksel los zit? Pas als álle putdeksels zijn gecontroleerd en opnieuw vastgemaakt, mag er weer geracet worden. Het zal uiteindelijk uren duren: pas om half drie ’s nachts kan de tweede vrije training beginnen. De fans zijn een uur eerder om ‘logistieke redenen’ naar huis gestuurd. Eén ding is zeker: de Formule 1 heeft zich in Las Vegas fors geblameerd.

Het putdeksel in kwestie is inmiddels opgevuld.
Foto AP Photo/Nick Didlick

Formule 1-eigenaar Liberty Media wil in Las Vegas, de stad waar de sport na meer dan veertig jaar terugkeert, de meest extravagante en bombastische grand prix ooit houden. Dagen vol shows, dure feesten en een rennerskwartier dat bulkt van de beroemdheden. Met tussendoor race-actie, tegen een achtergrond van beroemde casino’s als The Mirage en Caesars Palace.

Hiervoor zette Liberty Media het complete commerciële model achter de Formule 1 op zijn kop. Waar race-organisatoren normaal gesproken de Formule 1 betalen voor het voorrecht een grand prix te krijgen, was het nu voor het eerst de Formule 1 zélf die de portemonnee trok en het hele evenement op poten zette. Liberty heeft ruim een half miljard dollar (460 miljoen euro) geïnvesteerd in het evenement, puur omdat men zo ontzettend graag in Las Vegas wilde racen.

Dat heeft een reden. De Amerikanen, die de F1 in 2017 voor 4,4 miljard dollar kochten, zoeken naar groei. En die groei gaat er niet komen, weten ze, als de Formule 1 slechts draait om een paar auto’s die om de week ergens racen. De Formule 1 moet meer zijn dan dat: het ultieme entertainmentproduct. En Las Vegas kan dat gaan laten zien.

Verslagen door het struisvogelfestival

Voor de Formule 1 zijn de Verenigde Staten een essentiële markt, die lang ongrijpbaar bleef. Amerikanen waren van oudsher weinig enthousiast over de sport. Las Vegas had begin jaren tachtig een grand prix, op de parkeerplaats van Caesars Palace. Niemand werd vrolijk van het sfeerloze circuit, en na twee edities was het afgelopen. Daarnaast organiseerden onder meer Dallas en Detroit F1-races, zonder veel succes. Een struisvogelfestival in Phoenix trok begin jaren negentig meer toeschouwers dan de gelijktijdig in de stad gehouden grand prix.

Het circuit van Las Vegas voor het evenement.
Foto Angela Weiss

Maar de afgelopen jaren hebben de Amerikanen dankzij de Netflix-docuserie Drive to Survive de Formule 1 omarmd. De kijkcijfers van races verdubbelden ruim. Vorig jaar kreeg Miami een tweede Amerikaanse F1-race, naast de sinds 2012 georganiseerde grand prix in Austin.

Met Las Vegas hoopt de Formule 1 definitief een „vlag in de grond” te planten in de VS, zegt de Brit Olly Mitchell. Hij leidt de autosportafdeling van het Londense sponsoragentschap Octagon, en weet veel van de commerciële kant van de sport. Neem alleen al het ruim 300 meter lange, permanent pitgebouw dat de F1 liet bouwen op een voor 240 miljoen dollar aangekocht stuk grond vlak achter de Strip.

„Om écht door te breken in Amerika, heeft de Formule 1 een fysieke locatie nodig”, zegt Mitchell. „Als ze willen praten met een groot Amerikaans merk, dan hoeft dat niet meer in een nondescript kantoor in New York te gebeuren. De Formule 1 kan zeggen: kom naar ons hoofdkwartier in Las Vegas.” Ook voor de binding met fans is de permanente aanwezigheid in Las Vegas niet verkeerd. Het is de bedoeling dat het pitgebouw de rest van het jaar opengaat voor bezoekers als toeristische trekpleister.

Wie op de tribune wil zitten, moet wel flink gespaard hebben. Omdat niet alle kaarten zijn uitverkocht, doken de ticketprijzen in de week voor de grand prix omlaag, maar zelfs nu is het goedkoopste kaartje nog bijna 800 dollar. Vermogende fans kunnen ook duizenden, zo niet tienduizenden dollars uitgeven aan een plek in een van de vip-uitspanningen langs de baan. Bij Caesars Palace is een pakket te koop met vijf overnachtingen in de mooiste suite van het hotel, de Japanse sterrenchef Nobu Matsuhisa als privékok en twaalf tickets voor de exclusieve Paddock Club. Kosten: 5 miljoen dollar.

Vegas deed niet moeilijk

Met zulke extravagantie vormt Las Vegas het soort decor dat de Formule 1 het liefst ziet. Liberty Media stuurt zijn kampioenschap graag naar locaties als Singapore, Miami en Abu Dhabi. Die stralen uit wat de Formule 1 wil zijn: exclusief en spannend, een happening waar je de tv voor aanzet. Waar je, als je rijk of beroemd bent, graag bij bent en waaraan een beetje sponsor zich dus graag bindt.

Voor zijn derde race in de VS zocht de Formule 1 een locatie die nog beter was dan de andere twee bij elkaar. Veel opties zijn er dan niet, zegt de Amerikaan Jeff Wlodarczak, die de Formule 1 volgt voor marktanalysebureau Pivotal Research. „New York heeft ook potentie, maar daar krijg je nooit alle benodigde vergunningen. De burgemeester kon alleen Randall’s Island aanbieden, een klein stukje land tussen Manhattan en Queens. Daar kan je onmogelijk een groot F1-evenement houden.”

In Las Vegas deden ze niet moeilijk. „Wij zoeken hier altijd naar een manier om ja te zeggen”, zegt Steve Hill die als directeur van de Las Vegas Convention and Visitors Authority vanaf het begin betrokken was bij de gesprekken met de Formule 1. „Van alle steden in de VS is Las Vegas het meest afhankelijk van één enkele economische sector.” De stad telde in 1950 nog geen 50.000 inwoners, nu zijn het er 2,3 miljoen – een groei die onmogelijk was geweest zonder de toerisme- en entertainmentindustrie.

In zo’n vijftien maanden werd Las Vegas klaargemaakt voor de grand prix. Het pitgebouw werd aangelegd en alle straten waarop geracet zou gaan worden kregen een nieuwe asfaltlaag. Het zorgde voor lange files en daarmee een hoop boosheid van casino- en hotelmedewerkers, die soms uren langer deden over de rit naar hun werk.

Maar ontevreden inwoners of niet, de stad verwacht dat de race in financieel opzicht een groot succes wordt. De extra uitgaven van bezoekers in Las Vegas werden, voor het putdekseldebacle, geraamd op 1,3 miljard dollar, twee keer zoveel als de voorspelde opbrengst van de Super Bowl die in februari in de stad plaatsvindt. En voor de Formule 1 wordt het „met afstand de winstgevendste race”, denkt analist Wlodarczak. „Ze zijn de promotor, dus alle inkomsten uit dit enorme evenement belanden rechtstreeks in hun zak.”

Max Verstappen wordt welkom geheten op de Strip in Las Vegas.
Foto Sem van der Wal

En nu is de opening van het raceweekend dus uitgelopen op een farce. Wat voor financiële gevolgen dat gaat hebben voor de organisatie – en of bovengenoemde ramingen dus naar beneden moeten worden bijgesteld – moet nog blijken.

Het is overigens de vraag of het incident te voorkomen was geweest. Putdeksels zijn op elk stratencircuit nu eenmaal een zwakke plek. De onderkant van een F1-wagen creëert dankzij de speciale vorm een sterke zuiging. Die houdt de auto in de snelle bochten op de weg, maar kan ook straatputdeksels lostrekken. Eerder werden bij straatraces in Monaco en Bakoe (Azerbeidzjan) al deksels opgezogen – hoewel op vrijdag nog niet vaststaat dat in Las Vegas ditzelfde is gebeurd.

Hoe het ook zij, de schade is voor Liberty Media al aangericht. Die zit hem er vooral in dat ‘putdeksel’ nu het buzzwoord is in het gesprek over Las Vegas. En niet, zeg, ‘spektakel’, ‘spannend’, of ‘wereldsterren’.

Drones

Woensdagavond had Liberty alles nog onder controle, toen de beelden van de openingsceremonie de wereld overgingen. F1-races hebben normaliter geen openingsceremonie, maar voor Las Vegas waren John Legend, DJ Tiësto, Kylie Minogue en nog een rits andere popsterren ingevlogen. Ze voerden voor de hoofdtribune een gelikte show op, terwijl boven hen een zwerm drones in de vorm van een F1-wagen rondvloog. Op de daken van de casino’s een kilometer verderop werd een groot vuurwerk ontstoken.

Op het hoogtepunt kwamen de coureurs via podiumliften langzaam tevoorschijn uit zeven met led-schermen beklede kubussen, iets waarbij Max Verstappen, die niets moet hebben van dergelijke heisa, zich „een clown” voelde, zo zei hij later.

Mercedes-teambaas Toto Wolff lijkt na het afblazen van de eerste training de enige die het nog voor de grand prix van Las Vegas wil opnemen. Als een journalist tijdens een persconferentie opmerkt dat de Formule 1 een „blauw oog heeft opgelopen”, steekt de Oostenrijker een tirade af. De journalist moet meer respect hebben voor Liberty Media, dat de sport „groter heeft gemaakt dan ooit”. „Hoe durf je kwaad te spreken over dit evenement, dat op alle gebieden een nieuwe norm stelt, vanwege een fucking putdeksel?”

Maar Wolffs uitbarsting verstomt in de kakofonie van kritische berichten in de pers en op sociale media. De fans zijn donderdagavond nog niet eens naar huis gestuurd, als Ferrari-teambaas Fred Vasseur zijn gevoelens bondig samenvat: „Dit is ronduit onacceptabel.”