Het aantal zzp’ers in Nederland blijft toenemen. Inmiddels staan er ruim 1,25 miljoen zelfstandige ondernemers zonder personeel geregistreerd. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van 2014. De zzp-toename stuwt het aantal midden- en kleinbedrijven (mkb’s) op tot ruim 1,5 miljoen, zo blijkt woensdag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Het aantal relatief kleine bedrijven is de afgelopen jaren fors toegenomen. In 2014 waren er 927 duizend geregistreerde mkb-bedrijven (die niet meer dan 250 personeelsleden tellen), dat aantal is in tien jaar tijd met 69 procent gegroeid. Vooral in de software en de uitgeverijwereld zijn er meer nieuwe bedrijven bijgekomen.
In de vervoers- en opslagsector is het aantal mkb-bedrijven eveneens toegenomen en in tijd jaar tijd bijna verdubbeld. Dat is te zien op straat, waar meer bezorgdiensten actief zijn — vaak bemand door zzp’ers. Ook in de taxibranche zijn meer zelfstandigen actief. Hetzelfde geldt voor de bouwnijverheid en de energiesector.
Lees ook Op basis van deze criteria ben je straks werknemer of zelfstandige
Kabinetsbeleid
De toename van zzp’ers loopt parallel aan de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Veel bedrijven maakten de afgelopen jaren gebruik van zogenoemde ‘schijnzelfstandigen’ — zzp’ers die op locatie dezelfde werkzaamheden uitvoeren als personeel in dienst, maar voor een lager of zelfde inkomen, zonder pensioenopbouw, vakantiedagen of bescherming bij ziekte of werkloosheid.
Vaak hebben schijnzelfstandigen hier niet zelf voor gekozen, maar is zo’n constructie een gevolg van hun zwakke onderhandelingspositie. Hoeveel schijnzelfstandigen in Nederland actief zijn, is niet precies bekend. Het ministerie van Sociale Zaken schatte het aantal rond de 20.000.
Om een einde te maken aan de wildgroei van zzp’ers heeft het demissionaire kabinet het beleid de afgelopen tijd aangescherpt, bijvoorbeeld met de afbouw van een aantal fiscale voordelen. Ook gaat de Belastingdienst vanaf volgend jaar meer handhaven op schijnconstructies bij bedrijven. De afgelopen jaren is dat nauwelijks gebeurd, ook omdat er duidelijke criteria ontbraken waarop de fiscus bedrijven kon toetsen
