‘We zijn allebei van: hup, ervoor gaan’

Selma Oruç (38) en Burak Duman (38) konden geen geschikte opvang vinden voor hun twee kinderen. Dan doen we het zelf wel, dachten ze. Sinds februari is hun eigen opvang open. „Gelukkig hebben we allebei veel energie.”


Burak: „Vier jaar geleden zochten we naar een goede kinderopvanglocatie voor onze oudste dochter. Dat bleek lastig. Alle goede locaties in Den Haag zaten bomvol en hadden lange wachtlijsten. Bij de opvanglocaties die nog wel ruimte hadden, lieten de hygiëne en inrichting te wensen over.”

Selma: „Een belangrijk punt vonden we de slaapruimtes. Bij de meeste kinderopvangcentra zien de bedjes eruit als kooien: stapelbedden met spijlen ervoor. Dat vond ik zo erg om te zien. Ik wilde mijn kind daar niet achter laten slapen.”

Burak: „We zeggen dat niet om die andere locaties zwart te maken. Wij wilden het alleen anders.”

Selma: „Zelf hebben we toen als oplossing een oppas aan huis genomen, maar dan missen de kinderen het weer om samen te leren spelen; dus dat is ook niet ideaal. Uiteindelijk las ik een artikel over een advocatenstel in Amsterdam dat een eigen opvang had opgezet. Toen zei ik: hey honey, is dat niet ook iets voor ons?”

Burak: „Ik was meteen enthousiast. Ik zag hoe we hierin echt onze krachten konden bundelen. Ik heb eerder met kinderen gewerkt bij een thuiszorginstantie, Selma heeft de juridische en ondernemersachtergrond.”

Selma: „Ik kom inderdaad uit een echte ondernemersfamilie. Mijn vader had een telecomzaak, mijn zus heeft een succesvolle kledingzaak. Ik had altijd al de wens om ook zelf ooit iets op te zetten.”

Burak: „Een pand vinden bleek uiteindelijk het moeilijkste. Na een half jaar zoeken zonder resultaat heb ik weleens gedacht: komt dit wel goed? Uiteindelijk kregen we hulp van de gemeente Den Haag, die ons in contact bracht met woningcorporatie Vestia. Zij droegen ons huidige pand in Moerwijk aan. Het is vijfhonderd vierkante meter met een tuin erbij. Uiteindelijk kunnen we er zeker zo’n 60, 70 kinderen opvangen. We zijn nu per 1 februari begonnen met een groep van tien.”

Selma: „We vinden biologisch en duurzaam heel belangrijk. We hebben al een samenwerking met een boer die melk levert waar we zelf yoghurt van gaan maken en fruit voor homemade jam. We hebben bio based bestek en bordjes en willen uiteindelijk van de tuin één grote moestuin maken. Ook zijn er losse bedden voor de peuters en ledikantjes voor de babygroep. Dit gunnen we onze eigen kinderen, maar ook die van een ander. Moerwijk staat bekend als een gekleurde wijk met gemiddeld een lagere sociale klasse. Dus dan zeg ik: laten we bij de roots beginnen en die kinderen een goede start geven.”

Burak: „Voor dit project hebben we een jaar lang alle weekenden en avonden opgegeven, terwijl we daarnaast nog allebei meer dan fulltime werkten. Maar nu de verbouwing is afgerond, we groen licht hebben van de onderwijsinspectie en in het Landelijk Register Kinderopvang staan, kunnen we het wat rustiger aan doen.”

Selma: „Gelukkig hebben we allebei veel energie. Soort zoek soort, zeggen ze toch weleens? We zijn allebei van: hup, ervoor gaan.”

Burak: „We hebben geen saai leven. Je kunt altijd in loondienst blijven en voor een ander werken, maar dat vind ik te makkelijk. Dit leven past beter bij ons.”

Stofzuigen en dweilen

Selma: „We hebben elkaar op een heel grappige manier leren kennen. Vertel jij maar.”

Burak: „Ik studeerde in Leiden en Selma volgde daar eenzelfde keuzevak. Ik wilde laten zien dat ik iemand was met kennis, dus vertelde ik over de geschiedenis van Turkije, het ontstaan van de islam – dat is mijn expertise.”

Selma: „Hij mailde me wat artikelen en begon daar juridische vragen over te stellen. Dat vond ik wel leuk en interessant.”

Burak: „En nu zijn we vijf jaar getrouwd en hebben we twee kinderen.”

Selma: „We hebben het er vaak over: wat als Burak dat mailtje niet had gestuurd? Dan was alles toch heel anders gelopen. Het was voorbestemd, denk ik. Nu wonen we aan een woonerf in Wateringse Veld, waar ik ook ben opgegroeid. Dat is tussen Den Haag en Wateringen in. Lekker rustig.”

Burak: „Het huishouden hebben we gelijk verdeeld. Vaak zeg ik tegen Selma: ga jij maar naar je moeder toe met de kids, dan heb ik het huis vrij om het schoon te maken. De vloeren stofzuigen, dweilen en daarna nog met een stoomreiniger. Het moet voor mij pico bello zijn.”

Selma: „Ik ben mijn schoonmoeder heel dankbaar. Zij heeft alle drie haar zoons geleerd te koken en hoe ze het huishouden moeten doen.”

Burak: „De kinderen zijn qua karakter een afspiegeling van ons. De oudste lijkt op mij: rustig en meegaand. De jongste is net als mama: pittig en emotioneel. Al zit de jongste nu wel echt in een dramaqueen-fase.”

Selma: „Het is alleen maar nee, nee, nee. Maar verder zijn het schatjes, hoor; het zijn geen moeilijke kinderen.”

Burak: „Wel is het echt een druk jaar geweest. Gelukkig hebben we een goede oppas, dus we kunnen ook weleens met z’n tweeën op pad. Een avondje naar de film, of een dagje naar de Efteling.”

Selma: „We hebben allebei wat met pretparken: de Efteling, Disney, Universal Studio’s. Dat voelt als een lekkere chocoladereep tussendoor.”

Burak: „Ik kijk er ook naar uit weer eens op vakantie te gaan met de kids, naar Turkije, of Maleisië.”

Selma: „Ik blijf drie dagen werken als compliance manager bij een advocatenkantoor en zal vooral op de achtergrond het zakelijke deel doen; Burak is op de locatie aanwezig voor het dagelijks reilen en zeilen.”

Burak: „Toen ik nog door de lege ruimtes liep, hoorde ik mijn eigen stem galmen. Dat hoort natuurlijk niet op een kinderdagverblijf. Maar vanaf nu raakt het pand gevuld met stemmen van vrolijke, spelende kinderen.”

Lees verder…….