Met haar foto’s van rouwenden en reservisten hoopte Ross de oorlog te stoppen

Fotografie Meisjes die ijsjes eten, congresleden en reservisten: de Amerikaanse fotograaf Judith Joy Ross fotografeerde ze met grote empathie. In Den Haag is nu de grootste overzichtstentoonstelling tot nu toe te zien.

Zonder titel, Eurana Park, Weatherly, Pennsylvania, 1982.
Zonder titel, Eurana Park, Weatherly, Pennsylvania, 1982.

Foto Judith Joy Ross / courtesy Galerie Thomas Zander, Keulen

Het type social loser, dat mag observeren, maar niet mag zijn. Dat was hoe de Amerikaanse fotograaf Judith Joy Ross (1946) zichzelf begin vorig jaar typeerde in een interview in The Guardian. Het was niet alleen het soort mensen waartoe ze zichzelf rekende, maar ook tot wie ze zich aangetrokken voelde in haar portretten. Zelf opgegroeid in de mijnstad Hazleton in het noordoosten van de Amerikaanse staat Pennsylvania, maakte ze in de jaren tachtig portretten van kinderen in een park vlakbij waar ze zelf was opgegroeid. Schitterend is een portret van drie kinderen in badpak, hun haar nog plat van het zwemmen. Het meisje links is haar puppyvet nog niet kwijt en kijkt stralend de camera in, terwijl ze het ijsje dat de vorm heeft van een gezichtje (zo’n Pacman-figuurtje) stevig vasthoudt. Je merkt aan de manier waarop de foto is genomen dat Ross dicht bij ze staat (en je snapt ook waarom deze kinderen in badpak inspirerend waren voor iemand als Rineke Dijkstra). In slecht Nederlands heet dat tegenwoordig I feel you.

Beroepsgroepen

De drie meisjes zijn slechts één voorbeeld van de portretten die Ross in het park maakte met haar grootbeeldcamera. Ze maken deel uit van de grootste overzichtstentoonstelling van Ross tot nu toe, waarbij het Fotomuseum in Den Haag 150 vintage prints van de afgelopen vijftig jaar toont. Waar de foto van de kinderen in het park een bruine tint heeft, zijn andere foto’s nadrukkelijker zwart-wit – of beter gezegd: grijzer. De drie meisjes en hun ijsjes ogen nog opgewekt, waardoor dat bruine ook wel past. Minder opgewekt, maar met datzelfde accent op opgroeien zijn de foto’s in Portraits of the Hazleton Public Schools (2006). In die serie keert ze terug naar haar eigen scholen uit de jaren vijftig en zestig.

Judith Joy Ross, Mona Park, Allentown, Pennsylvanië, 1982, en Adam Rutski, leraar Spaans, Hazleton High School, 1992.
Foto Judith Joy Ross / Galerie Thomas Zander, Keulen

Zonder titel, uit de serie Herdenkingsmonument van de Vietnam Veteranen, Washington, D.C., 1984. Foto Judith Joy Ross / courtesy Galerie Thomas Zander, Keulen

Bij de meeste portretten werkte Ross met grijs omdat zo de nadruk lag op het droevige of op geportretteerden van wie het leven al verder gevormd was, en minder in de ontwikkelingsfase zat. Een simpel gegeven, dat je terugziet in de langlopende serie van mensen en hun beroepen. Geïnspireerd door de Duitse portretfotograaf August Sander, die beroepsgroepen in de Weimarrepubliek had vastgelegd, deed zij dat ook: grafdelvers, een autoverhuurmedewerker, een politieagent. Opvallender nog is het grijs in haar beroemdste serie Portraits at the Vietnam Veterans Memorial (1983/ 1984), die ze in maakte toen het Veteranenmonument in Washington net was geopend. Terecht zijn die foto’ s alom geprezen omdat ze soms verdriet tonen of een overpeinzing, maar ook een portret geven van de staat van het land op dat moment: een land in strijd met zichzelf.

Zelf dacht ze de wereld te kunnen veranderen met haar foto’s, de Vietnamoorlog waar ze iedere dag mee opstond zodra de radio of tv aanging zelfs te kunnen beëindigen, vertelde ze in interviews. Je hoefde alleen maar te zien welk effect van de oorlog je terugzag in de ogen van de bezoekers en je wist dat je verkeerd bezig was. Er verandert echter weinig, blijkt uit de foto’s die ze ruim vijf jaar later maakte van de reservisten die zich aanmeldden voor de Golfoorlog in 1990 en 1991.


Bekijk ook deze fotoserie: Stilstaan bij het alledaagse: de indringende portretten van Judith Joy Ross

Afghanistan en Irak

Met de serie Eyes Wide Open concentreerde ze zich opnieuw op het verlies dat de oorlogen in Afghanistan en Irak veroorzaakte. De rouwenden en de demonstranten fotografeerde ze in 2006 en 2007. In die foto’s had The New York Times indertijd geen interesse, waarop ze een bundeling van de foto’s zelf ging verkopen, voor vijf dollar. „Ik dacht dat die foto’s zouden helpen de oorlog te beëindigen”, legde ze in de Volkskrant uit. Het was onmogelijk: „Zelfs niet als ik dat boek gratis in heel Amerika had uitgedeeld”, zouden de foto’s de politiek hebben veranderd.

Soldaat eerste klas Maria I. Leon, Bethlehem, Pennsylvanië, 1990. en Senator Robert C. Byrd, oppositieleider, Democraat, West Virginia, 1987.
Foto Judith Joy Ross / courtesy Galerie Thomas Zander, Keulen

Dat is ook waarom haar serie Portraits of the U.S. Congress zo goed is. Ze zijn atypisch omdat ze relatief statisch zijn, en ze vormen een schitterende aanvulling op de Vietnam Memorial-reeks. In 1986 en 1987 besloot Ross de volksvertegenwoordigers voor de camera te zetten. Ze koos daarbij vooral voor de politici met wie ze het oneens was. Vanachter haar camera gaat ze op zoek naar hun menselijkheid terwijl ze daar in het Capitool stonden. Ze zocht imperfectie en kreukbaarheid (wat soms ook goed terug te zien is in alleen al hoe een das al dan niet strak om een nek hangt), en kreeg die ook, deels samen met een flinke dosis overtuiging.

„Haar portretten zijn niet neutraal”, merkte de Britse fotograaf Alys Tomlinson over Ross’ werk op. Zij begreep niet waarom Ross, die voor haar een inspiratiebron is, niet wereldberoemd is. Volgens haar komt dat vooral omdat Ross mensen fotografeert die je elke dag tegenkomt. Ross lacht dan ook in interviews doorgaans hartelijk om de vraag of ze vooral armoede wil belichten – een indruk die beslist wordt gewekt in de series Freeland, over de armoedige gemeente waar haar vader was geboren en 2046, waarin het gaat om de vraag hoe denk jij dat de toekomst van deze mensen er dan uit zal zien. Ze fotografeert de mensen die op haar lijken en met wie ze even contact kan maken. Je ziet de empathie waarmee ze gemaakt zijn. Dat geldt voor bijna al haar foto’s, ongeacht of ze bruin of grijs zijn, en of er ijs etende kinderen, reservisten of demonstranten op staan.

Judith Joy Ross: Portretten van Amerika is t/m 26/3 te zien in het Fotomuseum Den Haag. Info: fotomuseumdenhaag.nl

Lees verder…….