Kees Stips dierenverzen springen uit luciferdoosjes

Er valt veel te somberen over de wereld – maar niet over de gedichten van Kees Stip (1913-2001). Zijn speelse zesregelige gedichten over dieren die hij schreef onder het pseudoniem Trijntje Fop, zijn nog altijd populair. „Ik ben een kniezer, maar ik ontknies mezelf door versjes te maken”, zei Stip in 1991 over zijn dichtwerk tegen Ivo de Wijs, in een interview in NRC.

De behoefte aan ontkniezing is nog altijd groot. Vandaar wellicht dat de belangstellling voor Kees Stips werk herleeft, ruim twintig jaar na zijn dood. Keer op keer staan nieuwe ijveraars op die Stips verzen levend willen houden.

Om te beginnen Henk Verweerd uit Dordrecht, van uitgeverij Liverse. Hij beheert de rechten van Stips nalatenschap en beschikt over diens archief: dozen vol gedichten (ook ongepubliceerde) – en Stip-strips met tekeningen van Nieuwsblad van het Noorden-cartoonist Nico Visscher. Verweerd is bezig dit onbekende deel van Stips oeuvre uit te geven, in bundels met de namen Verzamelstip I, II en III.

Een andere Stip-fan is Ivo de Wijs. Die heeft in 2022 een speciale Kees Stip dundruk-uitgave samengesteld met korte en lange gedichten: Stip Puntgaaf. Hij mocht daarvoor van Verweerd ook putten uit Stips archief. Die dundruk-uitgave van Van Oorschot is inmiddels uitverkocht.

En onlangs verscheen weer een mooi geïllustreerde uitgave met een keuze uit Stips Trijntje Fop-dierengedichten, gevat in vier luciferdoosjes. Het gaat om een uitgave van de door Bob Polak opgezette reeks MatchBoox, waarin teksten van bekende auteurs, opnieuw geïllustreerd door kunstenaars, als kunstwerkjes in leporello-vorm in luciferdoosjes (5 cm x 3,5 cm) uitgebracht worden, in beperkte oplage. Kees Stip-kenner Dick Welsink koos de gedichten en kunstenaar Olivia Ettema illustreerde ze prachtig. Hier, ter ontkniezing, een keuze uit die veertig ‘Foppen’.


Illustraties Olivia Ettema