Kan Lada door zonder het Westen?

Reportage

Economische sancties Voor 45.000 Russen dreigt werkloosheid omdat het Franse Renault de productie staakte in hun land. Werknemers hopen op een doorstart van de legendarische Wolga Autofabriek. „Rusland is een groots land. Hier is alles mogelijk.”

TOLJATTI Monument met het symbool van automerk Lada, vernoemd naar een oud-Slavisch zeilschip. Op de achtergrond de legendarische Wolga Autofabriek (AvtoVAZ).
TOLJATTI Monument met het symbool van automerk Lada, vernoemd naar een oud-Slavisch zeilschip. Op de achtergrond de legendarische Wolga Autofabriek (AvtoVAZ).

Foto Andrej Borodoelin

Op de wegen rond de AvtoVAZ-autofabriek in Toljatti zijn de kuilen met smeltwater zo diep dat geen auto er ongeschonden doorheen komt. Het modderwater dat in vettige spetters opspat, bedekt auto’s, straten en voorbijgangers met een dikke bruine laag. Pavels zwarte arbeidersschoenen mogen eenvoudig zijn, hij wil ze niet bevuilen. Daarom buigt hij zich ver voorover om het portier van zijn stoffige blauwe Lada Niva te openen, die naast het immense fabrieksterrein op een dunne laag ijs staat geparkeerd. Achter hem, hoog in de lucht, torent een zilveren standbeeld van een ljada. Het oud-Slavische zeilschip gaf de Lada zijn naam en zette de kleine stad aan de Wolga, duizend kilometer oostelijk van Moskou, in Sovjetjaren internationaal op de kaart.

De 25-jarige Pavel is leerling-metaalgieter bij de legendarische Wolga Autofabriek (AvtoVAZ), de geboorteplaats van de Lada, waar de Franse automaker Renault in 2012 een meerderheidsaandeel in kocht. Hier leert Pavel het roodgloeiende metaal tot cilinders en remschijven te gieten. Het zware en ongezonde werk heeft zijn gezicht en handen nog niet aangetast. Dat zijn hoekige, gebutste Niva Legenda een scherp contrast vormt met de eindeloze rijen spiksplinternieuwe auto’s die rond de fabriek staan opgesteld, kan hem niet deren. „Ze heet Legende en ze is een legende. Er zit geen nieuwerwetse onzin in en je hoeft haar nooit te duwen. Je gaat erin zitten en je rijdt weg.” Met een vies blauw doekje veegt hij liefkozend de modder van het metaal.

De jonge metaalgieter is een van de 45.000 Russische medewerkers van Renault die naar huis werden gestuurd, toen de Franse automaker eind maart zwichtte onder de internationale sanctiedruk en zijn productie in zijn fabrieken besloot te staken. Dat besluit volgde op een vlammende rede van de Oekraïense president Zelensky ten overstaan van het Franse parlement. Daarin beschuldigde hij Franse bedrijven in Rusland van het sponsoren „van de Russische oorlogsmachine, van kindermoord, verkrachtingen en plundering door het Russische leger.”

Daarmee dreigt de autofabrikant zijn op een na grootste afzetmarkt, na Frankrijk, te verliezen. Mogelijk nog groter is de strop voor tienduizenden medewerkers als Pavel, voor wie de lopende band van AvtoVAZ de levensader vormt van het grauwe bestaan in de provinciestad. Zij hebben bij sluiting recht op drie maanden salaris, de verdere toekomst is onzeker.

Pavel (25) Foto Andrej Borodulin

Schulden

Als kostwinner van een gezin met vier jongere zussen maakte Pavel zich al nooit veel illusies over zijn toekomst. En van zijn salaris in de fabriek – omgerekend 300 euro per maand – kan hij hoogstens een paar nieuwe autobanden kopen. Dus spaarde hij voor een eenvoudige graafmachine, waarmee hij zich ’s zomers aan opdrachtgevers wilde gaan verhuren. „Het leven is hier altijd al zwaar, iedereen in Toljatti zit in de schulden. We leven hier niet, we overleven.” Zijn woorden worden kracht bijgezet door de talloze reclamebriefjes die de spartaanse bushokjes rond de fabriek sieren, waarin slimme juristen schuldsanering aanbieden.

Ooit was Toljatti – vernoemd naar de Italiaanse communist Palmiro Togliatti – een baken van vooruitgang. Hier aan de oever van de Wolga besloot Leonid Brezjnev samen met Fiat in 1966 tot de vestiging van een autofabriek. Die moest de naar comfort snakkende Sovjetburger van betaalbare auto’s voorzien én hen verlossen van de enorme hoeveelheden spaargeld die zij bij gebrek aan kwaliteitsgoederen onder hun matrassen verborgen.

In 1970 rolde de eerste, beroemd geworden, Lada 1200 ‘Zjigoeli’ van de band, in latere jaren gevolgd door de Kalina, de Granta, de XRAY en de Largus. Met de monsterfabriek – zeshonderd hectare groot, honderdduizend medewerkers sterk – groeide Toljatti uit tot het Detroit van Rusland. Volgens de overlevering was de lopende band in die jaren zo lang, dat hij meeboog met de curve van de aarde. Sovjet-Russen omarmden de simpele, goedkope Lada, maar bespotten haar ook. „Hoe verdubbel je de waarde van een Lada? Gooi haar vol met benzine”, was een veelgehoorde grap. Met de Franse overname in 2012 werd de fabriek gemoderniseerd, maar ook afgeslankt: 65.000 medewerkers verloren hun baan.

Foto Andrej Borodoelin

Toenemende repressie

In een verwaarloosd ogende woonwijk niet ver van het fabrieksterrein schuifelt een andere Pavel, achternaam Kaledin, door de papsneeuw. Onder zijn voeten breekt het ijs op de plassen, waaruit een diepbruine, ijskoude modder opwelt. De veertiger met lichtgrijze ogen en stoppelbaard is journalist en deed jarenlang onderzoek naar misstanden in de stad. Maar met het toenemend repressieve klimaat, waarin iedere kritiek op de ‘militaire operatie’ in Oekraïne wordt gesmoord, kan de journalist zijn werk nauwelijks nog doen. Hij kreeg al een waarschuwing en mag de stad niet verlaten. Toch neemt hij geen blad voor de mond. „Lang niet iedereen steunt de oorlog, maar de mensen zijn bang. Voor een bericht op sociale media kun je al worden vervolgd.”

„Catastrofaal”, noemt Kaledin het dreigende vertrek van de Fransen uit zijn stad. Hij hecht weinig geloof aan bezweringen van de Russische autoriteiten dat de fabriek de productie ook zonder Renault kan hervatten. „De autoriteiten zeggen dat alles goed komt, maar dat lijkt mij erg ingewikkeld. Na de overname door Renault heeft het jaren gekost om de import van auto-onderdelen op de rails te krijgen. Nu moet dat hele proces omgekeerd worden. Maar de Russische fabrieken die vroeger onderdelen maakten, bestaan allang niet meer. Dus moet je eerst nieuwe fabrieken bouwen. En voor die fabrieken heb je specialisten nodig. Waar haal je die vandaan? Uit het buitenland gaat echt niemand meer komen”, lacht hij schamper.

Op een van de parkeerplaatsen bemant Maria, in winterjas en hoofddoek, een witte kapel met gouden bollen. Iedere dag van acht tot drie verkoopt ze kaarsjes en bidprentjes. Op donderdag komt een priester vanuit provinciehoofdstad Samara om in de vroege ochtend, nog voor de werkdag begint, de mis te lezen. De gebeden gaan uit naar de situatie in Oekraïne. „Wij bidden voor de gesneuvelde soldaten, wij bidden dat het eindigt”, vertelt Maria met haar ogen op de iconen gericht. „Als het Westen zich er niet mee had bemoeid, dan hadden we allang orde op zaken gesteld en de Oekraïners bevrijd. Maar het Westen wil oorlog, ze willen de Donbas. Ze zetten overal laboratoria neer voor biologische wapens. Waarom?”

Zo is het lot van de arbeiders in Toljatti plotseling verbonden met dat van de Oekraïeners. De toekomst van de fabriek is een raadsel. Voor Maria, maar ook voor de Fransen. Deze week werd bekend dat Renault overweegt om haar bezittingen, goed voor ruim twee miljard euro, over te dragen aan een Russische investeerder. Daarmee lijkt het bedrijf de nationalisatie te willen voorkomen, waarmee het Kremlin deze maand dreigde. „[Bedrijven] die hun productie hier willen staken, moeten we hard aanpakken. Er moet extern management worden aangesteld, en daarna zullen die bedrijven moeten worden overgedragen aan diegenen die wel willen werken”, zei president Poetin. Voor de overname ligt mede-eigenaar Rostec het meest voor de hand, Maar het Russische staatsbedrijf kan vanwege de sancties niet kopen, meldde Bloomberg deze week.

De Orthodoxe kerk in Togliatti Foto Andrej Borodoelin

‘De Russen geloven niet meer’

Metaalgieter Pavel vindt nationalisatie een prima oplossing. Niet alleen van zijn eigen fabriek, maar van álle buitenlandse fabrieken in het land. „Wij moeten gewoon zelf onze spullen gaan produceren, zodat we van niemand meer afhankelijk zijn. Rusland is een groots land, alles is hier mogelijk. Je moet het gewoon willen.” Pavel schat dat een half jaar genoeg is om de zaken op orde te krijgen en ontbrekende onderdelen, vooral elektronica, uit Azië te halen.

Maar hoe hard Pavel ook in zijn land wil geloven, hij heeft zo zijn twijfels over de koers van het Kremlin. „Als je de radio aanzet, dan hoor je Poetin die vertelt dat de situatie zal stabiliseren. Op de een of andere manier is dat moeilijk voor te stellen. Ieder jaar vragen wij ons af hoe we dit jaar nu weer door moeten komen. Het Russische volk is allang opgehouden te geloven.”

Lees verder…….