Hoe Zuid-Afrika’s streven de ongelijkheid in het zorgsysteem aan te pakken stuit op verzet. ‘Mijn hart breekt’

Met zijn hand op zijn buik strompelt Gaulekwa Mophuting de spoedeisende hulp binnen van het publieke Tshepong Ziekenhuis in de middelgrote stad Klerksdorp in de provincie Noordwest. Bij binnenkomst neemt hij plaats in de wachtrij voor de medische intake. De jongvolwassen man uit een nabijgelegen township verbijt zijn pijn terwijl hij al kreunend voorover leunt op zijn knieën.

Naast hem zit een tienermeisje met een hoofdwond, ze ondersteunt haar hoofd op een manier die nekletsel doet vermoeden. Achter hem zit een man in een rolstoel, zijn voet is opgezwollen tot bijna onvoorstelbare proporties.

Te weinig ambulances

„De patiënten die we hier krijgen zijn vaak heel erg ziek of hebben ernstig letsel,” vertelt arts Onwabe Titi, die vandaag de leiding heeft over de spoedeisende hulp. „De meeste van onze patiënten zijn arm en omdat er te weinig ambulances zijn, moeten ze met het openbaar vervoer komen. Vanwege die kosten stellen deze patiënten de zorg uit.”

De wachttijd in het publieke Tshepong Ziekenhuis kan flink oplopen.
Foto Alet Pretorius/Reuters

„Ze zijn langzaam”, klaagt Mophuting over de artsen, „Ik heb zoveel pijn, ik kan niet eens praten.” Maar hij heeft geluk, het is op dit moment niet druk op de spoedeisende hulp. Hij hoeft slechts twee uur te wachten.

Niet zoals Ronald Haynes, van beroep beveiliger, die al zeven uur lang, vanaf half zeven ’s ochtends, op een houten bankje in de gang zit voor een afspraak bij de afdeling oncologie. „Dat is hoe het gaat als je geen private medische hulp kunt betalen. Een goede zorgverzekering kost 7.000 rand (350 euro) of meer, dat is meer dan de helft van mijn salaris.”

Op afdeling 10 voor vrouwen met niet-besmettelijke aandoeningen, doet de jonge, net gerekruteerde dokter Hanri van Niekerk haar ronde langs 72 patiënten. „Er is ooit een patiënt van mij overleden, omdat de juiste medicatie niet op voorraad was”, licht Van Niekerk toe. „Als je bedenkt dat die medicatie er wel is, maar in de koelkasten van de private sector ligt, dan breekt mijn hart.”

‘Meest ongelijke land’

175 kilometer verderop in Parktown, een welgestelde wijk van Johannesburg, zit de gepensioneerde Bridget Witney in alle rust te breien. Ze wacht in de chique ontvangstruimte van het Breast Care Centre of Excellence (BCCE) op haar zus die er een behandeling ondergaat. Achter de twee receptionistes hangt een imposant schilderij, ze delen cupcakes uit. „Ik heb er alle vertrouwen in dat de artsen hier mijn zus met de best mogelijke zorg helpen,” stelt Witney overtuigd. „De zorg in Zuid-Afrika is echt heel goed, minstens net zo goed als in Europa. Tenzij je naar een publiek openbaar ziekenhuis moet natuurlijk.”

Dokter Hanri van Niekerk: „Er is ooit een patiënt van mij overleden, omdat de juiste medicatie niet op voorraad was.”
Foto Alet Pretorius/Reuters

Zuid-Afrika is het meest ongelijke land ter wereld, volgens de Wereldbank, die de zorg specifiek noemt als belangrijke reden voor die ongelijkheid: 85 procent van de meer dan 61 miljoen Zuid-Afrikanen is afhankelijk van de publieke zorg, slechts 15 procent kan zich de private zorg veroorloven. De overheid betaalt de publieke zorg uit belastinggeld, de private zorg draait voornamelijk op commerciële zorgverzekeringen. Op dit moment heeft meer dan 70 procent van de blanke bevolking zo’n zorgverzekering, onder de zwarte bevolking is dit minder dan 10 procent. Hoewel de publieke zorg bijna acht keer zoveel mensen bedient, zijn de budgetten van beide sectoren nagenoeg gelijk.

De publieke zorgsector kampt met budgettekorten. Die leiden tot gebrek aan medicatie, medisch personeel en soms voedsel voor patiënten. Ziekenhuizen zijn verouderd en hebben niet genoeg capaciteit. Daarnaast zijn de lange wachttijden berucht. Zo moeten patiënten tot vijf jaar wachten op een operatie.

Tot overmaat van ramp heeft het ministerie van Financiën vanwege de kwakkelende economie bezuinigd op de zorgbudgetten. Uit onderzoek van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) blijkt dat de ongelijke toegang tot zorg in Zuid-Afrika de afgelopen vijftig jaar alleen maar is toegenomen. „We hebben een hervorming nodig die de situatie gaat omkeren”, stelt Laetitia Rispel, professor publieke gezondheidszorg aan de Wits Universiteit van Johannesburg. „Er is nog steeds die raciale tweedeling uit de Apartheid, waarbij vooral de zwarte bevolking is aangewezen op openbare gezondheidszorg die bezwijkt onder de druk, terwijl er tegelijk een vitaal privaat zorgstelsel is voor de rijken. Geen land ter wereld kan omgaan met die ongelijkheid.”

Verkiezingen

Het ministerie van Gezondheidszorg werkt al sinds 2011 aan een grootscheepse hervorming via de National Health Insurance (NHI). Na de invoering zal het departement voor Gezondheidszorg voor iedereen alle zorg inkopen uit één fonds dat gefinancierd wordt uit belastingen. Private verzekeringen zijn er dan alleen nog voor zorg die niet via de NHI wordt aangeboden. Volgens het ministerie gaat het nieuwe systeem zo’n 200 miljard rand (9,8 miljard euro) per jaar kosten. In 2020 spendeerde Zuid-Afrika zo’n 25 miljard euro aan gezondheidszorg, 8,6 procent van het bbp. Maar ongeveer de helft daarvan kwam voor rekening van de private sector. Ter vergelijking: in Nederland bedroegen de zorguitgaven in 2020 11,2 procent van het bbp.

De invoering van de NHI-wet is het afgelopen jaar in een stroomversnelling gekomen. Het wetsontwerp is goedgekeurd door het parlement en sinds 6 december ligt het document op het bureau van president Cyril Ramaphosa (van regeringspartij ANC) voor een laatste handtekening. „Ik zoek een pen om het te ondertekenen”, grapte hij hierover tijdens zijn ‘State of the Nation Address’ begin februari.

Met de aanstaande nationale en provinciale verkiezingen op 29 mei is de politieke druk om die handtekening te zetten groot. In de peilingen staat het ANC op flink verlies en zal de partij voor het eerst sinds de invoering van de democratie dertig jaar geleden geen absolute meerderheid halen.

Invloedrijke spelers

Maar de wet is hevig bekritiseerd en stuit op weerstand van invloedrijke spelers. De Nationale Artsenvereniging SAMA heeft bezwaren tegen de wet zoals die nu luidt. Ze krijgt steun van het verbond van ziekenhuizen HASA, verzekeraars en de machtige bedrijfslobby die zelfs dreigt om de wet in de rechtszaal aan te vechten. „De wet is te vaag op punten waar het duidelijk moet zijn”, meent professor Rispel. De regering is van plan de NHI stapsgewijs in te voeren, maar het is bijvoorbeeld nog onduidelijk wie er voor de enorme kosten opdraait. „Maar de grootste fout die de regering heeft gemaakt is om de artsen niet te betrekken bij het opstellen van deze wet, want die kunnen de NHI maken of breken.”

Barend van den Bergh, reconstructief plastisch chirurg van het BCCE is het daarover roerend met de professor eens. „We hebben geen probleem met het concept van de NHI. We willen alleen weten hoe het precies in zijn werk zal gaan en hoe wij als private gezondheidszorg daarin passen”, zegt hij. „In ons land hebben we problemen in ons staatsapparaat”, vervolgt de chirurg, doelend op corruptie en mismanagement. „Dat geeft een hoop onzekerheid, met als gevolg dat er nu een exodus is van medisch personeel dat zijn heil ergens anders zoekt.” Ook veel van zijn patiënten vrezen om diezelfde redenen dat ze straks geen goede zorg meer zullen krijgen.

Schandalen en mismanagement

Het wantrouwen richting de overheid en het gezondheidsdepartement komt niet uit de lucht vallen. Een waslijst aan staatsbedrijven is ten prooi gevallen aan ongebreidelde corruptie en mismanagement. Energiebedrijf Eskom, vrachtvervoerder Transnet en luchtvaartmaatschappij South African Airways zijn daarvan de bekendste voorbeelden.

Lees ook In Zuid-Afrika valt vier uur per dag de stroom uit, en de stap naar groene stroom is verder weg dan ooit

Vlakbij Bronkhorstspruit ligt de Khanye-mijn, een open steenkoolmijn. Zuid-Afrika haalt 80 procent van zijn stroom uit de vervuilende kolen.

De publieke gezondheidszorg wordt al jaren geteisterd door schandalen. Zo kwam aan het licht dat door corruptie en fraude ruim 17 miljoen euro verdwenen is uit het coronapotje. Klokkenluider Babita Deokaran is in 2021 doodgeschoten nadat ze corruptie met een omvang van zo’n 50 miljoen euro had blootgelegd bij het departement van Gezondheidszorg. „Je kunt ervoor kiezen om te wantrouwen”, zegt Binu Luke, vanuit zijn sobere kantoor in het Tshepong Ziekenhuis waar hij het hoofd van de klinische afdeling is, „maar het gaat om de gezondheidszorg van de hele bevolking. Ik ben ervan overtuigd dat die vooruitgaat als we het budget eerlijker verdelen.” Zijn eigen ziekenhuis heeft met behulp van subsidies uit kunnen breiden.

Een patiënt ontvangt bezoek in het Tshepong Ziekenhuis.
Foto Alet Pretorius/Reuters

De meeste patiënten in zijn Tshepong Ziekenhuis weten niet eens dat er een hervorming op handen is. Maar hen is wel duidelijk dat er iets moet veranderen. „Als ze meer dokters en verplegers kunnen aannemen, dan hoeven we niet meer zo lang te wachten in de rij”, zegt de werkloze longpatiënt Peter Lekoma. Voor arts Titi is het heel simpel: „De enige manier waarop de NHI een succes kan worden is als het geld bij ons in de ziekenhuizen terecht komt, zodat we de tekorten kunnen aanpakken.”

Na medisch onderzoek stelt Titi vast dat Mophuting een blindedarmontsteking heeft. Hij krijgt pijnstillers en zal onder het mes moeten om zijn blindedarm te laten verwijderen. Om die afspraak te krijgen zal hij opnieuw in een wachtrij moeten plaatsnemen. De tijd zal leren wanneer er plek is op de operatiekamer.