De Luxemburger die zich verzet tegen de ‘dictatuur van de UEFA’

Swift Hesperange In Luxemburg roert een kleine voetbalbestuurder zich, in een rechtszaak die grote gevolgen kan hebben voor de macht van voetbalbond UEFA.

Chelsea-supporters protesteren tegen de Super League, april 2021.
Chelsea-supporters protesteren tegen de Super League, april 2021. Foto ANP / REX / Shutterstock

Er is veel verbeeldingskracht voor nodig om in Swift Hesperange iets anders te zien dan wat het op dit moment is: een veredelde amateurvereniging uit een welvarende buitenwijk van de stad Luxemburg die, hoewel koploper in de nationale competitie, op deze woensdagavond voor een paar honderd man een thuiswedstrijd afwerkt tegen de nummer zes van de ranglijst (Differdange, 4-0).

De gele kuipstoeltjes op de tribune tegenover het loket voor de kaartverkoop (10 euro per ticket) zijn voor maximaal een kwart gevuld. Vanwege een gebrek aan belangstellenden, maar ook omdat een deel van de aanwezigen ervoor kiest om de wedstrijd staand van achter de reclameborden te bekijken.

Aan verbeeldingskracht heeft het Flavio Becca nooit ontbroken. Aan zelfvertrouwen evenmin. Becca – klein, gedrongen, kort grijs haar – is de eigenaar van Swift Hesperange. Hij is ook vastgoedmagnaat en geldt als een van de rijkste mannen van Luxemburg met een geschat vermogen van ruim 1 miljard euro. Je zou hem kleurrijk kunnen noemen, of omstreden. Vorige zomer werd Becca veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar en een boete van 250.000 euro voor verduistering van bedrijfsmiddelen – hij had via zijn ondernemingen 842 luxe horloges aangeschaft.

Nu heeft Becca grote grote plannen met Swift. „Ik wil de club naar Europa brengen”, vertelt hij in de rust bij een kop koffie in de felverlichte kantine. Het is een droom die investeerders in kleine voetbalclubs wel vaker verkondigen, meestal blijkt het grootspraak. Maar Becca heeft de reputatie van een man die bereid is ver te gaan om zijn sportambities waar te maken. In dit geval: tot aan het Hof van Justitie, als het aan hem ligt.

Becca was de man achter de succesvolle wielerploeg Leopard-Trek, gebouwd rond de Luxemburgse broertjes Andy en Fränk Schleck. Hij was ook de man die F91 Dudelange, een voetbalclub vlakbij de Franse grens, jarenlang financierde. Dankzij de investeringen van Becca haalde Dudelange twee keer de groepsfase van de Europa League, een unieke prestatie in het Luxemburgse voetbal.

Nu, bij Swift Hesperange, wil Becca dat succes overtreffen. Het jaarbudget is al omhoog gegaan, vertelt hij, van grofweg een ton naar zo’n 1 miljoen euro (ter vergelijking: het spelersbudget van Ajax bedroeg vorig seizoen circa 75 miljoen euro). Een enkele Hesperange-speler heeft nog een baan naast het voetbal, de meesten zijn prof. ‘Het Paris Saint-Germain van Luxemburg’ wordt Swift gekscherend genoemd.

Maar geld alleen is niet genoeg, weet Becca.

Een club die wil meetellen in Europa heeft een flink stadion nodig en supporters om de tribunes te vullen. Swift ontbeert beide, net als de clubs waartegen het speelt. Voetbal is weliswaar de populairste sport in Luxemburg; de nationale competitie stelt niets voor, logisch in een ministaatje met iets meer dan 600.000 inwoners. Daarom kijken Luxemburgers liever naar buitenlandse clubs.

„Als er gelijktijdig Champions League op televisie is, komen vertegenwoordigers van de Luxemburgse voetbalbond niet eens naar onze competitiewedstrijden kijken”, zegt Becca.

Kansloze missie dus, zou je denken. Becca legt zich daar niet bij neer. Niet een gebrek aan potentie, maar landsgrenzen veroordelen Swift Hesperange tot een bestaan in de marge, vindt hij. Of beter: de Europese voetbalbond, die bepaalt dat clubs in nationale competities uitkomen en ze verbiedt zonder toestemming van de UEFA eigen leagues te vormen.

Swift zou aansluiting willen zoeken bij buitenlandse competities of een ‘transnationaal’ initiatief willen optuigen met gelijkgestemden uit andere kleine voetballanden. Nederland en België bijvoorbeeld, Oostenrijk, of misschien zelfs Ierland en Schotland. Dan komen de fans vanzelf, denkt Becca, en kan Swift uitgroeien tot een club van het statuur van subtoppers en middenmoters als Atalanta Bergamo, Valencia of 1. FC Köln.

Dat UEFA-regels dit verhinderen vindt hij niet alleen frustrerend, hij is ervan overtuigd dat het in strijd is met de Europese mededingingsregels. Daarom is Swift Hesperange naar de Luxemburgse rechter gestapt, in de hoop dat die de zaak doorverwijst naar de hoogste EU-rechtbank een paar kilometer verderop: het Hof van Justitie. De club vecht niet alleen de „territoriale opsluiting” aan die voetbalfans in kleine Europese landen „premium voetbal” ontzegt. Ook regels die clubs verplichten acht lokaal opgeleide spelers in de selectie te hebben zijn volgens Swift in strijd met Europese mededingingsregels.

Super League

Voor het einde van het jaar verwacht Swift Hesperange duidelijkheid over de eerste stap: doorverwijzing naar het Hof van Justitie. Maar voor het zover is kan Becca al een deel van de antwoorden krijgen.

Want de casus van Swift Hesperange vertoont overeenkomsten met een andere zaak die op dit moment loopt bij het Hof van Justitie in Luxemburg. Een geruchtmakende zaak waarbij juist de machtigste clubs van Europa betrokken zijn en die de voetbalwereld in brand heeft gezet: die van de European Super League, het gewraakte plan van twaalf topclubs uit Engeland, Spanje en Italië om buiten de UEFA om een gesloten elitecompetitie te beginnen. Later dit voorjaar wordt in die zaak uitspraak verwacht.

Omstandigheden verschillen, belangen en sentimenten lopen sterk uiteen. Maar de betrokken advocaten zijn – niet toevallig – dezelfde. Jean-Louis Dupont en Martin Hissel, bekende juristen in het voetbal. Zij waren het die in 1995 het transfersysteem openbraken door met succes te betogen dat clubs geen transfersommen kunnen vragen voor spelers die uit contract lopen, en dat UEFA-regels voor een maximaal aantal buitenlandse voetballers in een team in strijd zijn met EU-recht (het Bosman-arrest).

Belangrijker: net als toen zijn de zaken van Swift Hesperange en de Super League gericht tegen de UEFA. In de kern draaien ze om dezelfde fundamentele vragen: hoe legitiem is het monopolie van de Europese voetbalbond als regelgever van het Europese voetbal en tegelijkertijd commercieel uitbater van Europese toernooien zoals de Champions League? En: hoe groot is haar speelruimte om, in het vermeende belang van de sport, af te wijken van mededingingsregels die gelden in ‘gewone’ bedrijfstakken?

Als je afgaat op de onrust die een kleine twee jaar geleden ontstond na aankondiging van de Super League , heeft de UEFA over draagvlak in ieder geval niets te klagen. Fans gingen uit protest massaal de straat op, trainingsvelden werden bezet, de Britse regering beloofde in te grijpen als het plan werd doorgezet.

Dat laatste bleek niet nodig. De UEFA dreigde al meteen met een verbod op deelname aan nationale en internationale competities en toernooien. Voor zowel betrokken clubs als hun spelers, die moesten vrezen zelfs niet meer voor nationale teams te mogen uitkomen als ze zouden spelen in de Super League.

Verregaande sancties dus, maar breed gesteund, door zowel politici als fans. En gerechtvaardigd met het argument dat „dit cynische project, geworteld in het eigenbelang van een paar clubs op een moment dat de maatschappij schreeuwt om solidariteit”, met alle mogelijke middelen vernietigd moest worden. Want, stelde de UEFA, „[het Europese] voetbal is gebaseerd op open competities en sportieve verdienste, voor iets anders is geen ruimte”.

De Super League-clubs, afgezien van Juventus, Real Madrid en FC Barcelona, trokken zich een voor een terug uit het plan. Binnen 48 uur was het initiatief ontmanteld. Het volk had gewonnen, concludeerden de media, waaronder NRC. Wat restte was een rechtszaak, aangespannen door het commerciële bedrijf achter de Super League, dat in de powerplay van de UEFA machtsmisbruik zag van een monopolist die zijn eigen markt beschermt.

De eerste slag in die zaak heeft de UEFA inmiddels gewonnen. In december publiceerde advocaat-generaal Athanasios Rantos zijn ‘opinie’, een advies aan de rechters die binnenkort uitspraak doen. Hij vindt, simpel gezegd, dat sport een bijzondere bedrijfstak is die een uitzonderingspositie in het mededingingsrecht verdient, ook al gaan in het profvoetbal tegenwoordig miljarden om.

Sport in Europa wordt, anders dan bijvoorbeeld de auto-industrie, gekenmerkt door een piramidestructuur met onderin amateurs en profs in de top. Verder zijn competities ‘open’, toegankelijk dus voor iedereen op basis van prestaties, en speelt ‘financiële solidariteit’ tussen de top en de onderste regionen een belangrijke rol.

In het voetbal is de UEFA de beschermheer van dat sportmodel, stelt Rantos, en daarom heeft de Europese voetbalbond het recht om nieuwe initiatieven als de Super League te verbieden en waar nodig straffen op te leggen.

Good guys

Is de UEFA daarmee uit de problemen? Het advies van Rantos is niet bindend, hoewel het Hof van Justitie de opinie van de advocaat-generaal in driekwart van de zaken overneemt. Maar er klinkt veel kritiek op zijn analyse, onder meer uit wetenschappelijke hoek. Niet omdat de Super League op veel steun kan rekenen, integendeel.

Maar als het aan Rantos ligt, zo wordt gevreesd, krijgt de UEFA verregaande bevoegdheden om mogelijke concurrenten de pas af te snijden, terwijl de Europese voetbalbond tegelijkertijd miljarden verdient met toernooien als de Champions League. Dat riekt naar belangenconflict, stellen critici. En hoe open en solidair is het huidige, door de UEFA gereguleerde systeem werkelijk, vragen zij zich af?

„Het is ongelofelijk dat de UEFA zich dankzij de Super League kan presenteren als de good guy”

„Het is ongelofelijk dat de UEFA zich dankzij de Super League kan presenteren als de good guy”, zegt Stefaan Van den Bogaert, hoogleraar Europees recht in Leiden. Hij vindt dat Rantos „de plank misslaat” door de UEFA een „vrijgeleide” te geven.

„Er is een probleem met de huidige machtspositie van de UEFA. Of een gesloten Super League het juiste antwoord is, dat denk ik niet. Maar het zou zonde zijn als we de Europese voetbalbond vanwege het negatieve sentiment rond de Super League nóg sterker maken. De UEFA maakt al de regels en is een onwaarschijnlijk lucratieve commerciële organisatie, die dan ook nog eens kan bepalen wie met ze mag concurreren.”

Daar komt bij dat de UEFA volgens velen in het voetbal onvoldoende democratisch bestuurd wordt voor een organisatie die zoveel te vertellen heeft. Zo zijn alleen nationale voetbalbonden lid. „Terwijl clubs, spelers en leagues het middelpunt vormen van het moderne profvoetbal, […] spelen zij niet of nauwelijks een rol in de besluitvorming”, schreef hoogleraar sportondernemingsrecht Robby Houben (Universiteit Antwerpen) onlangs in een analyse van de zaak. Ook hij waarschuwt voor een arrest van het Hof van Justitie dat de machtspositie van de UEFA verder versterkt.

Spelersvakbond FIFPro deelt die zorg. „De UEFA opereert al als een overheid”, zegt Roy Vermeer, juridisch directeur van de spelersvakbond. „Maar de partijen die direct worden geraakt door hun regels, zoals de spelers, hebben nul zeggenschap. Dat zie je aan de groei van het aantal wedstrijden”. Hoewel ook Vermeer zegt geen voorstander te zijn van een Super League, roept hij het Hof op de UEFA „geen carte blanche” te geven.

Doormodderen

Flavio Becca kijkt uit naar het oordeel van de EU-rechters, vertelt hij in de kantine van Swift Hesperange, onderin de voetbalpiramide. Een nederlaag voor de UEFA, in welke vorm dan ook, zou goed zijn voor zijn zaak, denkt hij. Dat opent wellicht deuren om met andere clubs te praten over zijn droom: toegang tot een andere competitie of een groot, pan-Europees toernooi waar zijn club jaarlijks aan mee kan doen.

Becca heeft naar eigen zeggen regelmatig contact met de drijvende krachten achter de Super League, zoals Real Madrid-voorzitter Florentino Perez. Maar hij ontkent dat zijn club door hun wordt gebruikt. Volgens Becca roept hij al vijf jaar dat hij van plan is „de dictatuur van de UEFA” bij de rechter aan te vechten. Het gedoe rond de Super League heeft hem slechts aangespoord de daad bij het woord te voegen, zegt hij.

En als hij verliest? Dan wordt het doormodderen in de Luxemburgse competitie en hopen op een incidenteel Europees succesje. „Ik ben opgegroeid in Hesperange. Ik heb een band met deze club, ik ga hier niet zomaar weg.”

Lees verder…….