CPB: koopkracht daalt in 2022 met 6,8 procent

Ramingen De dalende koopkracht wordt veroorzaakt door de hoge inflatie in combinatie met beperkt stijgende lonen. Volgens het Centraal Planbureau komt de klap voor de laagste inkomens pas in 2023.
De gemiddelde koopkracht daalt voor een belangrijk deel door de stijgende prijzen van boodschappen.
De gemiddelde koopkracht daalt voor een belangrijk deel door de stijgende prijzen van boodschappen.

Foto Ramon van Flymen/ANP

De koopkracht van een gemiddeld huishouden daalt in 2022 met 6,8 procent, en herstelt zich volgend jaar met slechts 0,6 procent. Dat staat in nieuwe ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) voor het komende anderhalf jaar. De dalende koopkracht komt door de hoge inflatie in combinatie met beperkt stijgende lonen. De inflatie kwam afgelopen juli voor het eerst sinds 1975 boven de 10 procent uit. In reactie op de cijfers kondigde minister Sigrid Kaag (Financiën, D66) aan dat het kabinet komende week besluit over een maatregelenpakket dat met name de lagere inkomens moet helpen.

Het CPB verwacht dat de klap voor de laagste inkomens pas in 2023 komt. Dat komt doordat huishoudens met een inkomen tot 120 procent van het sociaal minimum in 2022 een energietoeslag ter waarde van 1.300 euro ontvangen. Pas in 2023 is voor die huishoudens naar verwachting „een forse min” in de koopkracht te zien. Huishoudens met een inkomen van net boven de 120 procent van het sociaal minimum krijgen geen energietoeslag, en zien hun koopkracht daardoor in 2022 al flink dalen. Daarnaast beraamt het CPB dat het percentage kinderen dat in armoede leeft, dit jaar zal oplopen tot 9,2 procent, een stijging van 2 procentpunt ten opzichte van 2021.

Het CPB houdt in de koopkrachtvoorspelling rekening met de verwachte ontwikkeling van de lonen, de inflatie en het kabinetsbeleid. De sterk opgelopen inflatie komt volgens het CPB vooral door de gevolgen van de oorlog in Oekraïne en de coronacrisis. Het bureau publiceert zoals ieder jaar op Prinsjesdag een update van de koopkrachtverwachtingen.


Lees ook: Alles wordt duurder, dat vergroot de verschillen verder

Dalende economische groei

Ook in vergelijking met andere Europese landen gaat het niet goed met de Nederlandse koopkracht. Volgens het IMF staat Nederland in de Europese top drie van de hardst dalende koopkrachtcijfers. Dat raakt ook steeds meer middeninkomens. Het kabinet trok tot nu toe 6,5 miljard euro uit om de koopkracht van miljoenen Nederlanders te herstellen. Het kabinet deelde niet alleen energietoeslagen uit aan huishoudens met een laag inkomen, maar verlaagde ook de belasting op energie en benzine.

Naast de koopkracht neemt ook de economische groei af. Het CPB verwacht dat die terugloopt van 4,6 procent in 2022 naar 1,1 procent in 2023. Dat komt volgens het CPB door de inflatie en de daarmee gepaard gaande onzekerheid, evenals de renteverhoging door centrale banken om de inflatie tegen te gaan.

De oppositie in de Tweede Kamer reageert vol onvrede over de gedaalde koopkracht en wil onmiddellijke actie van de coalitie. „Alle seinen op rood”, zegt PvdA-leider Attje Kuiken volgens persbureau ANP. Zij ziet een stijging van het minimumloon met meerdere euro’s als een van de oplossingen. SP-partijleider Lilian Marijnissen zegt dat er „geld genoeg” is om energie, boodschappen en benzine betaalbaarder te maken. Zij wil dat er een „fatsoenlijke winstbelasting” komt voor grote bedrijven, en dat het kabinet dat geld inzet om de kosten voor particulieren te verlagen. PVV-leider Geert Wilders noemt het „crimineel” dat premier Mark Rutte (VVD) en minister Kaag „er nog niets aan hebben gedaan”, doelend op de gedaalde koopkracht.

Volgens Kaag wordt het „hartstikke lastig” om dit jaar nog iets aan de koopkracht te doen. Vrijdagochtend zei zij het „vreselijk” te vinden dat steeds meer mensen door de inflatie niet rondkomen. Het kabinet besluit komende week over maatregelen om de koopkracht voor met name lagere inkomens te herstellen, aldus Kaag, maar die aanpassingen zullen naar verwachting pas vanaf volgend jaar effect sorteren. Daarnaast werkt de regering aan oplossingen voor de langere termijn, bovenop de bijna 7 miljard euro die dit jaar is geïnvesteerd om de gevolgen van de torenhoge inflatie voor de koopkracht te dempen.

Lees verder…….