Column | Bedenktijd

Marijn de Vries

Sporthal De Moriaan in Wijk aan Zee is een long. Hij vult zich met lucht als de klok begint te tikken. Eerste zet. Anish Giri speelt met wit. Twee en een half uur heeft hij, voor zestig zetten. Op zijn opening tegen Nodirbek Abdoesattorov heeft hij dagen gestudeerd. Net als op alle antwoorden die zouden kunnen komen, en op wat hij dan zou moeten doen. De long, lekker gevuld nog, geeft vertrouwen. Er is nog zoveel tijd. Bij elke klap op de klok, bij de wisseling, volgt een klein hapje naar adem. Even pauze. De druk verleggen. Nodirbek is aan de beurt.

Maar zoals bij elke schaakpartij is het verstrijken van de tijd onvermijdelijk. De long loopt langzaam leeg. De zuurstof verdwijnt bijna onmerkbaar uit de ruimte. Het wordt benauwd. Na twee en een half uur volgen eventueel nog vijftien minuten. De Moriaan bevat dan bijna geen lucht meer, voor de finale van de partij.

Tijd is een interessant fenomeen: waar de tijd stolt voor de een, dijt hij uit voor de ander. Iedere seconde voelt comfortabel als je lekker in de aanval bent. Word je in het nauw gedreven, dan is elke minuut te kort. Speel je een partij snelschaak met vijf minuten om na te denken, dan voelen drie minuten als een zee van tijd. Heb je twee en een half uur voor zestig zetten, dan slaat met nog twintig minuten te spelen de paniek soms al om het hart, hoor ik Anish vertellen in een podcast.

Voelt de tijd ook anders als je al vijf keer tweede werd op het schaaktoernooi in Wijk aan Zee, en nu opnieuw met de besten meedoet? Drukken de minuten zwaarder als je weet dat heel de wereld kijkt? Nou ja, heel de wereld. De tragiek van schaak is dat het suspense en intriges nodig heeft om een breed publiek te interesseren. Het schaken zelf is te ingewikkeld: je moet er zo veel van weten voor het je grijpt. Ik voel me betrapt door wat Anish hierover zegt. Ook ik schreef dit jaar pas over schaken toen het over mogelijk vals spel met seksspeeltjes ging.

Maar schaken is een sport waar ik niet goed over durf te schrijven. Als ik ooit al eens schaak speel, raak ik bij het visualiseren van een partij op mijn imaginaire schaakbord na drie of vier zetten de draad al kwijt. Ik vind het uitdenken van hele partijen net zo onvoorstelbaar als het idee dat het heelal oneindig is. Dat er ontelbaar veel sterren zijn. Schakers behoren in mijn hoofd tot de briljantste mensen op aarde. Dat blijkt wel uit Anish’ beschouwing op tijd.

Waarom zou hij de tijd niet een keer aan zijn zijde hebben in Wijk aan Zee. Twee keer drie is scheepsrecht, zou je zeggen. Het begint ook te dringen, want Anish wordt ouder – al heeft hij nog wel een paar jaar voor de boeg voor het verval inzet. Tegelijkertijd heeft hij alle tijd van de wereld, als hij dit weekend aan zijn laatste partijen in sporthal De Moriaan begint. De long vult zich als de klok begint te tikken. Laat elke seconde een uur duren. En elke ingehouden ademteug bij het wisselen van beurt er een van vreugde zijn.

Marijn de Vries is oud-profwielrenner en journalist.

Lees verder…….