
N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Arme Henry Cavill. Het ene moment ben je Superman, het volgende moment een gewone sterveling. In oktober kondigde de acteur op Instagram aan dat hij wederom ‘The Man of Steel’ zou spelen in het filmuniversum van superheldenstudio DC Studios. Maar vorige week moest Cavill, die de Superman-rol voor het eerst in Man of Steel (2013) speelde, een vervelende update op sociale media plaatsen. „Triest nieuws”, schreef hij. „Ik zal toch niet terugkeren als Superman.” En dat terwijl de studio hem twee maanden eerder zelf had gevraagd om de comeback aan te kondigen.
Maar DC en moederbedrijf Warner Bros. Discovery willen alles anders doen. De studio heeft twee nieuwe leiders: James Gunn en Peter Safran, werd dit najaar bekend. Zij willen een jongere Superman. Zo gaat het immers in de superheldenwereld: de personages blijven bestaan, de acteurs zijn inwisselbaar. Tijdens een podcastinterview klaagde regisseur Quentin Tarantino onlangs over het gebrek aan filmsterren in het moderne Hollywood: „Acteurs worden beroemd door de figuren die ze spelen. Captain America is de ster. Thor is de ster.” De kwestie Cavill bevestigt dit: Superman telt, niet de persoon die hem speelt. De exit is voor Cavill extra pijnlijk omdat hij onlangs had besloten om de successerie The Witcher te verlaten, naar verluidt vooral om tijd voor Superman vrij te maken.
Gebrek aan visie
De plotselinge koerswijziging zegt ook iets over de chaotische manier waarop DC omgaat met een superheldenstal waar beroemde figuren als Batman, Aquaman en Wonder Woman deel van uitmaken. Terwijl concurrent Marvel dankzij een duidelijke planning (het aan elkaar gekoppelde Marvel Cinematic Universe) van baas Kevin Feige de ene na de andere hitfilm uitbracht, ontbrak het bij DC aan visie.
Aan de nieuwe bazen de taak om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. Safran heeft daarbij de zakelijke leiding, terwijl Gunn verantwoordelijk is voor de creatieve kant. Dat laatste lijkt een positieve ontwikkeling. Gunn regisseerde en schreef voor Marvel onder meer de hoogst originele Guardians of the Galaxy-films. Hij slaagt erin om persoonlijke stijl en smaak, zoals zijn eigen voorliefde voor cultmonsters, te verzoenen met de beperkingen van het superheldengenre. Neem alleen al de heerlijke soundtrack vol met jarenzeventig glamrock. Dat doen weinigen hem na.
Gunn lijkt te begrijpen dat je het superheldengenre ook niet té serieus moet nemen. Tegelijkertijd weet hij diepgang te geven aan zijn personages, zelfs als het een pratende wasbeer betreft. Misschien kan hij zelfs van de serieuze en bijna onverslaanbare Superman een grappige en toch kwetsbare gozer maken. Alleen nog even de juiste (jonge) acteur vinden.